Sport, eten, lijf, eindelijk

Sinds december 2002 sport ik regelmatig en let ik op mijn voeding. Resultaat: voor de zomervakantie was 8 kg afgevallen, van 88 tot even onder de 80, en was ik wat steviger, iets gespierder geworden. Ik voelde me heel prettig met mijn lijf. Ik vond het weer prettig om in zwembroek rond te lopen.

Ik ben begonnen met twee keer in de week te zwemmen. Dat vond ik een hele stap omdat S veel ’s avonds werkt en ik dan thuis ben met de kinderen. Als ik wilde zwemmen moest ik oppas vragen. Maar ik had, dacht ik, geen kinderen gekregen om er dan anderen op te laten passen. Aan de andere kant: ze sliepen toch. Uiteindelijk had het zwemmen de prettige bijwerking dat het me goed deed dat ik ruimte voor mezelf innam.

Ik koos voor zwemmen omdat ik over de 40 ben en een half jaar eerder was begonnen met hardlopen, wat blijkbaar een te grote belasting was, omdat ik na een paar weken met aanhoudende kniepijn weer stopte. Zwemmen heet een lage belasting te hebben.

Ik ben wel meteen hard gaan zwemmen. Geen baantjes drijven in wandeltempo maar borstkrol. Eerst kon ik net twee baantjes volhouden maar na drie maand lukte het me 250 m te zwemmen. Ik klungel maar wat aan: twee baantjes sprinten, 4 in rustig tempo, een keer 10 baantjes heel rustig. Waar ik maar zin in heb. Eén keer heb ik 40 baantjes geprobeerd, het maximum voorlopig.

Het feit dat ik de regelmaat erin kon houden vond ik al een hele opsteker. Een fijn bij-effect is dat ik niet meer zo moe ben aan het eind van de week. Voorheen ging ik ’s zondagsmiddags nog wel eens naar bed. Dat hoeft niet meer.

Naast het zwemmen heb ik mij op de training met gewichten gestort. Als moet oppassen en aan huis gebonden bent kan je altijd nog met gewichten in de weer Ik heb in een boek oefeningen bij elkaar gezocht. Die deed ik twee keer in de week. Ook daar steeg mijn respect voor mijn lijf erg door. Niet dat ik er super gespierd uitzag, maar ik werd wel iets steviger. Mooi genoeg.

Begin juli ben ik begonnen met hardlopen. Heel voorzichtig, eerst zes keer een minuut hardlopen en een minuut wandelen en elke week een beetje meer. Door de vakantie heb ik het niet kunnen volhouden. Half augustus ben ik weer opnieuw begonnen en tegelijk fiets ik. Ik heb me tot doel gesteld in juni volgend jaar een kwart triatlon te kunnen doen: 1 km zwemmen, 40 km fietsen, 10 km hardlopen.

Eten

Ik snoepte heel veel. Als ik naar mijn werk reed ging ik vaak bij een tankstation aan voor een reep. Of twee. En op de terugweg weer. Als ik tussen de middag een boodschap ging doen nam ik chocola mee van de supermarkt, bijvoorbeeld in de vorm van een doos bonbons. Daar ben ik mee opgehouden.

Ik ben twee liter water per dag gaan drinken. ’s Ochtends begin ik met twee plakken brood. Ik ben gek op lekker brood – dat hebben we altijd – met veel soorten lekker beleg en dat kan ook best, maar verdeeld over twee plakken die ik dan in tweeën of vieren snijd.

’s Middags eet ik één plak brood met óf een appel óf een bak sla van de supermarkt. Voor tussendoor neem ik een appel mee en een bakje noten. Dit lukt het best op het werk. Dat heeft de meeste regelmaat. Thuis laat de discipline te wensen over. ’s Avonds moet het eten dan wel op tijd klaar staan anders werp ik me op de blokjes kaas of de soepstengels. Het lukt me om één keer op te scheppen en dan vooral groente en minder zetmeel. ’s Avonds eet ik zo weinig mogelijk, maar als S en ik samen voor de buis zitten met chips enzo lukt dat niet.

Gek genoeg kan ik best blijven snoepen. Op verjaardagen kan ik gewoon veel snoepen, bij de koffie eet ik een koekje, of een koek, wat er maar is. Met deze hoeveelheid beweging en dit eetpatroon blijf ik 78-80 kg.