Gettan Osho zei : Keichu, de eerste wielmaker, maakte een kar waarvan de wielen honderd spaken hadden. Welnu, veronderstel dat je van een kar zowel de wielen als de as verwijderde, wat zou je dan hebben ?
Categorie: Mediteren
-
Koan 7, ‘Was je kom’ van Joshu
Een monnik zei tegen Joshu : Ik ben net ingetreden in dit klooster, onderwijs me alstublieft.
Heb je je rijstepap opgegeten, vroeg Joshu.
Ja, antwoordde de monnik.
Dan had je beter je kom gewassen, zei Joshu.
Daardoor kreeg de monnik inzicht.
-
Koan 6, De ontwaakte steekt een bloem omhoog
Toen Sjakiamoeni Boeda op de berg Grdrakoeta was stak hij voor het oog van zijn toehoorders een bloem omhoog. Iedereen was stil. Alleen Mahakasjapa lachte breeduit. De ontwaakte zei : Ik heb het ware dharmaoog, de wonderbaarlijke geest van Nirvana, de ware vorm van het vormeloze, en de fijnzinnige dharmapoort, onafhankelijk van woorden en overgebracht zonder onderwijzing. Deze heb ik toevertrouwd aan Mahakasjapa.
-
Boeddha, dharma en sangha betekenen
Het zijn versluierende woorden als je ze zo leest, maar ze betekenen
- Boeddha is verlichte
- Dharma is leer ( of orde, wet, maar als je ergens een ordening of wetmatigheid in ontdekt of aanbrengt, ligt daar een leer aan ten grondslag )
- Sangha is gemeenschap ( net zoals gemeente een kerkelijke gemeenschap kan aanduiden of een burgerlijke )
En zo wordt het dus de verlichte, de leer en de gemeenschap. Een stuk minder vaag, verheven en romantisch.
-
Koan 4, De baardloze barbaar uit het westen
Wakuan zei : Waarom heeft de barbaar uit het westen geen baard ?
—
‘De barbaar uit het westen’ is Bodidarma, die meditatie naar China bracht. Hij wordt altijd afgebeeld met een baard. De zaak luidt daarom : Waarom heeft Bodidarma, die een baard draagt, geen baard ?
-
Koan 3, Gutai’s vinger
Altijd als Gutei iets over zen gevraagd werd stak hij eenvoudig zijn vinger op. Eens vroeg een bezoeker aan Gutei’s bediende, een jongen : ‘Wat onderwijst jouw leraar ?’ Ook de jongen stak zijn vinger op. Toen hij dit hoorde sneed Gutei met een mes de vinger van de jongen af. De jongen, schreeuwend van pijn, begon weg te rennen. Gutei riep hem en toen hij omdraaide stak Gutei zijn vinger op. De jongen werd opeens verlicht.
Toen Gutei op het punt stond om te overlijden zij hij tot de verzamelde monniken : ‘Ik kreeg de éénvingerzen van Tenryu en heb het heel mijn leven gebruikt, maar ik heb het nog steeds niet uitgeput.’ Toen hij klaar was dit te zeggen ging hij het eeuwige nirwana binnen.
—
Tot ik hem opkreeg had ik nooit beseft hoe pijnlijk de koan is.
-
Koan 2, De vos van Hyakujo
Toen Hyakujo Osho een bepaalde serie preken hield, volgde steeds een oude man de monniken naar de grote hal en luisterde naar hem. Als de monniken de hal verlieten ging de oude man ook. Maar op een dag bleef hij achter en Hayakujo vroeg hem : Wie ben jij die hier voor mij staat ?
De oude man antwoordde : Ik ben geen mens. In de dagen van Kashyapa Boeda was ik een hoofdmonnik. Ik leefde hier, op deze berg. Op een keer vroeg een student me : Draagt iemand die verlicht is het juk van oorzaak en gevolg ?
Ik antwoordde : Nee, niet. Sindsdien moet ik vijfhonderd wedergeboorten ondergaan als vos. Ik smeek je nu om het verlossende woord te geven om me te bevrijden van mijn leven als vos. Vertel me, draagt iemand die verlicht is het juk van oorzaak en gevolg ?
Hyakujo antwoordde : Hij negeert de oorzakelijkheid niet.
Op het ogenblik dat de man deze woorden hoorde was hij verlicht. Terwijl hij zijn buigingen maakte zei hij : Ik ben bevrijd van mijn leven als vos. Ik zal op deze berg blijven. Ik wil je een gunst vragen : wil je mijn lichaam begraven als dat van een dode monnik ?
Hayakujo liet de leider van de monniken met de hamer slaan en aan iedereen vertellen dat na het middageten een begrafenis zou plaatsvinden voor een overleden monnik. De monniken verbaasden zich en zeiden : Iedereen is gezond, niemand ligt in de ziekenboeg. Wat betekent dit ?
Na de maaltijd leidde Hayakujo de monniken naar een rots aan de andere kant van de berg. Met zijn staf pulkte hij het dode lichaam van een vos tevoorschijn en hij hield de verbrandingsplechtigheid. Die avond beklom hij het podium en vertelde de monniken het hele verhaal. Obaku vroeg hem daarop : De oude man gaf het foute antwoord en was gedoemd om vijfhonderd geboorten lang een vos te zijn. Veronderstel nu dat hij het goede antwoord had gegeven, wat zou dan gebeurd zijn ?
Hayakujo zei : Kom bij mij, dan zal ik het je vertellen. Obaku ging naar Hayakujo en spitste zijn oren. Hyakujo klapte in zijn handen en lachte en verklaarde : Ik dacht dat de barbaar een rode baard had, maar nu zie ik de barbaar met de rode baard zelf voor me staan.
—
De barbaar met een rode baard verwijst naar Bodidarma. Hij kwam uit Indië. Voor Chinezen was China het centrum van de wereld. Indiërs vonden ze barbaren. De zin kan je lezen als : Ik dacht dat Bodidarma een rode baard had, maar nu zie ik Bodidarma met de rode baard zelf voor me staan
-
Zen. Ik ben …
Eerder ontdekte ik dat ik een koeltoren ben, een koker, open aan de onderkant en de bovenkant, waarin de warme lucht opstijgt, die koude lucht van onder aanzuigt.
Daarna was ik een lege ruimte, waarin ik gevuld word met wat zich van buitenaf en van binnenuit aandient.
Vandaag heb ik geleerd dat zen ook maar een verhaal is. We zijn allemaal het verhaal dat we maken, schrijven, vertellen, herschrijven, hervertellen. Verlicht zijn is niet meer dan dit beseffen. Dus, nu weet jij het ook. Je bent verlicht. Hup aan de afwas en aan het werk, instagrammen, kijken naar Voetbal Inside.
-
Dogen Zenji, Aanwijzingen voor zitmeditatie
Ik kom steeds weer terug bij deze tekst. De zitmeditatie en de zittende leer ( zazen betekent zitten + dharma en dharma is leer ) zijn de verwerkelijking van de natuur.
In wezen is de weg volmaakt, algemeen en overal aanwezig. Het is niet nodig om de weg te zoeken, noch om hem te verwezenlijken. De werkelijkheid die ons voortdraagt is onovertroffen en is onafhankelijk van onze inspanningen. Vanzelfsprekend overstijgt de weg de gewone wereld. Welk mens zou kunnen geloven, dat de aanpak van “het poetsen van de spiegel” noodzakelijk zou zijn? In wezen is de waarheid erg dichtbij; is het dan nodig om, al zoekende ernaar, rond te dolen? Echter, ook al maak je maar de minste vergissing, dan ontstaat er al een kloof, zo groot als tussen hemel en aarde! Zo gauw als een gedachte aan aangenaam of onaangenaam ontstaat, raak je in verwarring en ben je je oorspronkelijke Boeddhageest kwijt. Er zijn bijvoorbeeld mensen, die trots zijn op hun inzicht en zich succesvol voelen in het najagen van verlichting. Zij denken dat ze verlichting in één oogopslag bereiken, de weg verwerkelijken en hun geest verlichten en ze voelen zich alsof ze de hemel zelf kunnen bestormen. Maar in feite zijn zij de weg, die zelfs verlichting te boven gaat, zo goed als kwijt. Hoe zal men tegenwoordig de levenswandel verklaren van degene van Jetavana de Boeddha, die alle dingen zag zoals zij werkelijk zijn, met zijn eigen verlichte natuur, en toch nog zes jaar de zittende leer beoefende? De roem van degene van de Shaolintempel die het geesteszegel doorgaf vanuit India en die toch nog negen jaar met zijn gezicht naar een muur in meditatie zat, weerklinkt zelfs nu nog. Omdat dit gold voor de oude wijzen, zo zouden ook de tegenwoordige mensen zichzelf krachtig moeten inspannen. Om deze reden moet je je pogingen om te begrijpen door middel van kritisch onderzoek van woorden opzij zetten, de activiteit van de naar buiten gerichte geest omkeren naar binnen en je eigen ware natuur verlichten. Geest en lichaam zullen spontaan afvallen en je oorspronkelijke gelaat zal je getoond worden. Wanneer je zoiets wilt bereiken moet je je hierin met onmiddellijke ingang krachtig oefenen. Om de zittende leer te doen heb je een rustige kamer nodig. Eet en drink met mate. Vergeet de dagelijkse beslommeringen en laat ze voor wat ze zijn. Beoordeel de dingen niet met woorden van goed of slecht en houd er mee op onderscheidingen te maken, zoals is en is niet. Stop de vloed van gedachten en houd op met denken in begrippen. Zit niet met het oogmerk een Boeddha te worden, want een Boeddha worden heeft niets te maken met activiteiten, zoals zitten of liggen. Spreid in de kamer die je voor de zitmeditatie gebruikt enkele dikke matten uit en leg daarop een stevig rond kussen. Zit op het kussen met gekruiste benen, hetzij in de volle lotus, hetzij in de halve lotus. In de volle lotus betekent dit dat je je rechter voet op je linker dij plaatst en je linker voet op je rechter dij. In de halve lotus leg je alleen je linker voet op je rechter dij, met de rechter voet op de mat, onder je linker dij. Zorg dat je kleding niet knelt en dat deze ordelijk zit. Vervolgens plaats je je rechter hand boven je linker voet en de linker hand in de palm van je rechter hand. Beide duimtoppen moeten elkaar licht aanraken. Breng nu je houding in orde, zodat je op de juiste manier zit, zonder naar links of naar rechts over te hellen, noch naar voren of naar achteren. Gezien vanaf de zijkant moeten je oren en schouders zich op één lijn te bevinden en gezien van de voorkant moet je neus loodrecht boven je navel staan. Plaats je tong tegen je gehemelte en houdt je tanden en lippen gesloten. Je ogen moet je ietsje open houden en je ademhaling moet zachtjes zijn. Wanneer je lichaamshouding goed is, adem dan een keer diep in en uit. Zwaai met je bovenlichaam wat naar links en naar rechts en zit dan stevig en vastberaden. Denk over het niet-denken. Hoe je moet denken over het niet-denken ? Denk voorbij denken en niet-denken ! Dit zijn de grondprincipes van de zittende leer. Datgene wat wij zitmeditatie noemen is niet een manier om het concentratievermogen te ontwikkelen. Het is een eenvoudige en vreugdevolle methode. Het is een praktijk die je verlichting volledig kan omvatten. In feite is de beoefening van zitmeditatie niets anders dan de verlichting zelf ! Het is de manifestatie van de uiteindelijke werkelijkheid en je zal je niet langer opgesloten voelen alsof je in een mand of in een kooi zit. Als je op de juiste wijze zitmeditatie doet en begrijpt waar ik het over heb, zal je zijn als een draak die het water heeft bereikt of als een tijger die dekking heeft van de bergen waarin hij rondzwerft. Weet, dat de ware leer in de zitmeditatie aanwezig is en dat verwarring en afleiding vanaf het begin zijn uitgewist. Als je opstaat van de zitmeditatie, beweeg dan rustig en langzaam, maak geen plotselinge bewegingen. Als we het verleden overdenken zien we, dat het overstijgen van zowel het heilige als het wereldse, of dingen zoals sterven terwijl men zitmeditatie doet of terwijl men staat, tot stand kwamen door de kracht van de zitleer. Het is zelfs moeilijker om met woorden en begrippen uit te leggen, hoe de oude meesters konden vooruitzien op de cruciale momenten, waardoor zij verlichting in een leerling teweeg brachten, bijvoorbeeld door met een vinger te wijzen of een paal, een naald of een hamer te gebruiken, of om aan te moedigen met de vliegenmepper, een vuist, een stok of een schreeuw. Hoe zouden bovennatuurlijke krachten oefening en verlichting kunnen verklaren ? Oefening en verlichting zijn de majestueuze gedragingen van het lichaam, die het zichtbare en het hoorbare van deze wereld te boven gaan. Wat kunnen ze anders zijn dan de leer die vooraf gaat aan alle begrippen en verklaringen ? Daar dit zo is, is de vraag of iemand al of niet intelligent is, totaal niet relevant. In de beoefening van zitmeditatie is er geen enkel verschil tussen de slimme en de domme. Als je jezelf er toe kan zetten vastberaden en met overgave te trainen, is dit op zichzelf reeds het bewandelen van de Weg. Oefening en verwerkelijking laten geen spoor achter van onzuiverheid en degene die vordert op de weg is een gewoon mens. Deze wereld of andere werelden, India, China, allen bewaren het “zegel van de Boeddha” ( de Boeddha-natuur of de verlichting ) op de zelfde manier. Diegene die uitsluitend trouw blijft aan de gebruiken van de leer en alleen maar zitmeditatie beoefent, doet niets anders dan vastberaden zitten op de grond. Ook al zal je horen van tienduizend onderscheidingen of van duizend verschillen, doe slechts serieus zitmeditatie en zet je met alle kracht in voor de weg. Het is niet nodig om je eigen zitplaats te verlaten en alleen maar als vertier naar een of ander land te gaan. Als je je vergist bij een enkele stap raak je al af van het juiste spoor. Nu heb je de beschikking over de essentiële voorwaarde, namelijk de menselijke vorm. Ga voorzichtig om met dit essentiële instrument van de weg van de Boeddha. Ga niet van het licht naar de schaduw door andere zaken na te jagen. Zou je werkelijk tevreden kunnen zijn met het licht van de vonk van een vuursteen, terwijl de zon zo oogverblindend schijnt ? Bovendien, je lichaam is als dauw op het gras, je leven is zo kort als een bliksemschicht. Zo vluchtig en onbestendig is dit bestaan, dat het binnen één ogenblik voorbij kan zijn. Ik verzoek jullie die oefenen in de geweldige traditie van de leer, dringend, om niet rond te tasten alsof je in een groep van blinden bent en probeert vast te stellen wat een olifant is, of te twijfelen als je eens een èchte draak ziet. Volhard slechts in de eenvoudige weg die zo duidelijk voor je is aangegeven. Heb achting voor die personen die hun eigen oefening hebben geperfectioneerd en die voltooid hebben wat ze moesten doen. Wanneer je samenvalt met de bevrijding van de Boeddha’s zal je een erfgenaam worden van de patriarchen. Wanneer je voor lange tijd op deze manier oefent zal je zeker worden zoals zij. De schatkamer zal zijn deuren helemaal uit zichzelf openen en de schat zal jou toebehoren, om naar believen te gebruiken.
Als iemand vindt dat hzij copyright heeft op deze tekst dit graag aan mij laten weten.
-
Er is geen Boeddhanatuur
Niemand, geen mens, geen wezen heeft Boeddhanatuur nodig. Er is niet een afzonderlijke wereld van Boeddhanatuur, geen substraat, geen ether, geen geesteswereld. Als je per sé iets wilt om aan vast te houden is natuur genoeg.